Het nieuwe College Utrechtse Heuvelrug

Dick Karssen portret 2018zaterdag 09 juni 2018

Hierbij de inbreng van ons Raadslid Dick Karssen in reactie op het eindverslag van de informateur, het proces van vorming van het raadsprogramma en het College, uitgesproken op 24 mei 2018.

Allereerst een enkel woord aan het zittend college. Wij danken Hans Nijhof, Henk Veldhuizen, Gerrit Boonzaaijer en de burgemeester voor de constructieve samenwerking in de achterliggende jaren. We hebben ook geregeld de degens gekruist, maar steeds gericht op het komen tot een oplossing. Wij betreuren dat twee wethouders niet terugkeren in college dan wel raad.  Tevens een woord van grote waardering voor de woorden van wethouder Nijhof zojuist waarin hij terugblikte op de afgelopen college periode.

De CU fractie dankt de informateur voor de gehouden gesprekken en zijn eindverslag. We maken een enkele opmerking daarover ook in het licht van berichten in de pers. We willen ook enkele vragen stellen. Wat ons betreft geeft het eindverslag helder weer wat er besproken is. Wij zijn voor een open sollicitatieprocedure van wethouders, maar gelet op het tijdsbeslag hebben wij daar niet verder op aangedrongen. Als u de CU goed kent weet u dat de partij vrijwel altijd beschikbaar is om bestuursverantwoordelijkheid te dragen. Dat standpunt hebben wij ook nu naar voren gebracht. Gelet op de getalsverhoudingen ligt dat echter in dit geval niet direct voor de hand.

 Wij kunnen goed leven met de gepresenteerde combinatie van partijen die het uitvoerend college gaan vormen. Er is geen sprake van een oppositie en coalitie, maar van een gezamenlijk gedragen raadsprogramma, dat door het voorgedragen college samen met de raad gaat worden uitgevoerd. Het college kunnen wij dus ook houden aan een gedegen uitvoering van dat programma naar letter en geest. De uitdaging voor college en raad zal zijn om een goede balans te vinden tussen een goed sociaal inclusiebeleid,  een ferm duurzaamheidsbeleid waarmee echte stappen worden gezet en de geformuleerde financiële doelstellingen. 

Dan een vraag aan de informateur: kan hij nog wat explicieter toelichten wat hij bedoelt met het woord “bestuursstijl”? De passage in het eindverslag over die bestuursstijl sluit goed aan bij onze opvattingen over duaal en participatief besturen. Wethouders zijn vertegenwoordigers van de gemeente en niet in de eerste plaats van een partij. Dat betekent dat alle kandidaat wethouders nadrukkelijk de wens hebben voor alle raadsleden én inwoners beschikbaar te zijn. 

Wat betreft de portefeuilleverdeling nemen wij aan dat onder sociale zaken zowel de RDWI, als het minimabeleid als de WMO-uitvoering valt. Kan de informateur dat bevestigen? Het antwoord was dat de verdeling later nog formeel door het nieuwe college zal worden vastgesteld. 

Over het proces van de vorming van het raadsprogramma hebben wij opgemerkt dat het proces goed verlopen is. Anders dan vier jaar geleden vond dit plaats in de openbaarheid in de raadszaal. Dat is voor herhaling vatbaar. Door de lange aanloop was de beschikbare tijd erg kort. Een eerdere start van het onderhandelingsproces verdient aanbeveling.

Een andere aanbeveling is om eerder na te denken over de vormgeving van de betrokkenheid van  inwoners bij de opzet van het raadsprogramma. Nu zal het afgesproken raadsprogramma door het nieuwe college worden voorgelegd in de dorpen.

 

In het raadsprogramma herkennen wij ons goed. Diverse punten uit ons verkiezingsprogramma zijn daarin opgenomen, zoals het actieplan waardig ouder worden, plannen en middelen (basisbudget voor 4 jaar) voor duurzaamheid, aandacht voor het waarborgen van de agrarische sector in onze gemeente.

« Terug

Archief > 2018 > juni

Geen berichten gevonden