Bijdrage CU-fractie aan 'algemene beschouwingen'

De voorbereiding voor een nieuw begrotingsjaar begint voor de gemeenteraad jaarlijks in juni. Dan presenteert het college een document met de uitgangspunten voor de begroting van de volgende jaren. Over die zogenoemde kadernota heeft de CU-fractie bij monde van commissielid Dick Karssen onlangs het volgende oordeel gegeven. "Onze fractie is niet heel enthousiast over het idee om de kaasschaaf over de hele begroting te halen van gemiddeld 2% van de begroting. Vervolgens komt dan het grootste aandeel van de bezuinigingen terecht op het sociaal domein." Lees hier de hele tekst:
Onzekere financiële tijden
Vergeleken met 2024 is het traject rond de kadernota in de beleving van de CU-fractie een stuk rustiger verlopen. Vorig jaar buitelden de positieve en negatieve saldi over elkaar heen. Die rust is zeker ook te danken aan de gelaagde opzet van de kadernota en meer nadruk op het proces dan op de precieze cijfers. Zeker draagt onze financiële positie met een zeer ruimte algemene reserve er toe bij om de rust te bewaren, ondanks dat voor de komende jaren op dit moment oplopende tekorten worden voorzien. Dan gaat het om € 1,7 mln voor het ravijnjaar 2026 tot € 4,2 mln in 2029.
Onze fractie kan er mee instemmen om voor 2026 en 2027 de voorziene tekorten te dekken vanuit de algemene reserve. Dat geeft ook tijd om bij het Rijk te blijven aandringen op een iets ruimere financiering voor de gemeenten via de VNG, provincie en de politieke fracties in de Tweede Kamer. Zeker ook om bij een nieuw kabinet meer helderheid te krijgen over eventuele verdere gevolgen van de lopende herijkingsoperatie van het gemeentefonds, onze belangrijkste inkomstenbron. Door de onduidelijkheid hangt er nog een donkere wolk van bijna € 4 mln minder jaarlijkse inkomsten boven ons hoofd.
We zijn het eens met de voorzichtige benadering van het college over de latere jaren. In de inleiding van de kadernota staat opgetekend “dat het belangrijk is om als bestuur slim om te gaan met de beschikbare budgetten. Bijvoorbeeld door goed te kijken wat echt nodig is en wat misschien later of anders kan, door te herschikken; het geld efficiënter te besteden of bepaalde inkomsten te verhogen.” Eigenlijk zijn dat algemene financiële uitgangspunten die altijd gehanteerd moeten worden. Maar het laat in dit geval zien dat de oplossing voor eventuele tekorten op veel manieren kan worden gevonden.
Onze fractie is niet heel enthousiast over het idee om de kaasschaaf over de hele begroting te halen van gemiddeld 2% van de begroting. Vervolgens komt dan het grootste aandeel van de bezuinigingen terecht op het sociaal domein (bijna € 1,4 mln van de € 2,9 mln voor 2028). Natuurlijk hoopt onze fractie dat de nieuwe inkoopkoers in het sociaal domein met bijvoorbeeld meer groepsaanpak besparingen op zal leveren. Vraag is of daarmee dat bezuinigingsbedrag kan worden opgehaald.
Opmerkelijk is ook het idee om in 2028 ruim een half miljoen te kunnen besparen op de post “overhead”. De laatste jaren is die post flink opgelopen vanwege taakuitbreidingen van de gemeente. Eigenlijk zouden er dan dus ook weer taken moeten verdwijnen, wat de afgelopen jaren heel moeilijk is gebleken, maar wellicht dat er plaatsen vrijvallen doordat mensen vertrekken of met pensioen gaan. We horen graag hoe het college daarnaar kijkt.
Dick Karssen